Operation Manual

Het overdragen van de instellingen wordt door een symbool op het display aangegeven.
Toetsfuncties
Door het bedienen van de ON / OFF- toets schakelt u het toestel in en
uit. Op het display verschijnen de voor het uitschakelen van het apparaat
geprogrammeerde instellingen en instelwaarden.
ON/OFF Toets
ON/OFF ON/OFF
/ Toetsen
De afstandsbediening beschikt over een eigen temperatuurindicatie.
Na het bedienen van de toetsen / schakelt het display over naar
. De toets  maakt het mogelijk de gewenste doeltemperatuur
te verlagen, met de toets  verhoogt u hem. Deze instelling is alleen in
koel- en verwarmingsmodus mogelijk. In de automatische modus wordt
met de toets  de vaste temperatuur van 24 °C met 1 resp. 2 °C vermin-
derd, met de toets  met 1 resp. 2 °C verhoogd.
De actuele instelling wordt naast de temperatuurindicatie aangegeven.
In de ontvochtigingsmodus is het instellen van de temperatuur niet mo-
gelijk.
Modus
Automatisch
... ... 
Modus Koelen /
Verwarmen
 
MODE Toets
Maak gebruik van de toets MODE om over te schakelen tussen de afzon-
derlijke bedrijfswijzen. Er staan 5 modi ter beschikking:
1. Automatisch automatisch selecteren van koel- of verwarmingsbedrijf
2. Koelen overheersende zomerbedrijfswijze
3. Verwarmen overheersende winterbedrijfswijze
4. Ventilatie alleen voor ventileren
5. Ontvochtigen Zomer- of winterbedrijfswijze
MODE
Automatisch Koelen
Verwarmen
Ventilatie Ontvochtigen
MODE MODE MODE MODE
REMKO ATY
8