Operation Manual

Condensaansluiting
Op basis van
dauwpuntonderschrijding aan de
verdamper komt het tijdens de
koelwerking aan het binnentoestel
tot condensvorming.
Onder de container bevindt zich
een opvangkuip, die met een
afloop verbonden dient te worden.
De architectonische
condensleiding dient
geplaatst te worden met een
niveauverschil van min. 2 %
(afbeelding 10). Eventueel
dient een stoomdiffuusdichte
isolatie voorzien te worden.
Voer de condensleiding van het
toestel vrij in de afloopleiding.
Indien da condens in een
afwateringsleiding gevoerd
wordt, voorzie dan een sifon als
geurafsluiter.
Bij een toestelwerking beneden
0 °C buitentemperatuur
dient gelet te worden op een
vorstveilige plaatsing van de
condensleiding. Ev. dient een
buisverwarming voorzien te
worden.
Na succesvolle plaatsing dient
de vrije afloop van de condens
gecontroleerd te worden en
een permanente dichtheid
verzekerd.
De condensslang is seriematig
voorzien aan de rechter- en
linkerzijde (vooraanzicht). Bij
de overeenkomstige aansluiting
dienen de stoppen verwijderd te
worden.
10
Condensaansluiting
minstens
2% niveauverschil
Condensaansluiting
rechts of links
Condensaansluiting binnentoestel
40
45
65
50
Een condenspomp kan niet
binnen het toestel gemonteerd
worden.
AANWIJZING
REMKO ATY
20