Operation Manual

7
Installatie
Het installeren mag alleen door
geautoriseerd vakpersoneel
worden gedaan.
NOTA BENE
De afstandsbediening met kamersensor
mag uitsluitend gnstalleerd worden aan de
binnenwand van een referentie-woonruimte van
verwarmingscircuit 1 (direct verwarmingscircuit).
Ze mag bovendien niet worden geplaatst in de
buurt van verwarmingselementen of andere
apparatuur die warmte afgeeft.
Als de kamersensor-invloed op de warmtepomp-
manager wordt uitgeschakeld, kan de
afstandsbediening in elke willekeurige ruimte
worden aangebracht.
Montage
1. Trek de kap van de voet aan de onderkant
af.
Demontage
1. Trek de kap van de voet aan de
onderkant af.
2. Maak alle kabelverbindingen los.
3. Schroef de voet los van de wand.
2. Bevestig de voet aan de wand.
De afstanden van de gaten die in de
wand geboord moeten worden, zijn in
de volgende tekening weergegeven.
Een opening waar de kabel doorheen
kan, is aanwezig.
4. Zet de bovenkant van de kap van de
regeling tegen de bovenzijde van de
voet aan en druk de kap met lichte
druk naar onder op de voet tot de
kap vastklikt.
De weerstand in Ohm van de
aansluitleiding heeft invloed op de
instelling van de richtwaarde en de bij
de kamertemperatuur gemeten waarde.
(zie het hoofdstuk "Inbedrijfstelling").
LET OP
3. Maak de elektrische aansluiting.