Operation Manual

5
Oplossen van storingen
Foutbe-
schrijving
Oorzaak Verhelpen
Pomp loopt
niet bij inge-
schakelde
stroomtoe-
voer
Elektrische zeke-
ring defect,
pomp heeft geen
spanning
Zekeringen controleren, spanningsonderbreking verhelpen.
Pomp maakt
lawaai
Cavitatie door
onvoldoende
voorloopdruk
Systeemvoordruk binnen het toegestane bereik vergroten, transport-
hoogteinstelling controleren evt. lagere hoogte instellen
Stroom-
onderspan-
ning
Netwerk overbe-
last
Bij een over- of onderspanning wordt de motor uitgeschakeld. Deze
start automatisch zodra de spanning zich weer in het geldige bereik
bevindt. SSM-relais is actief. Off: 165 V AC / On: 195 V AC
Stroom-
bovenspan-
ning
Onjuiste voeding
van het nutsbe-
drijf
Onjuiste voeding van het nutsbedrijf. Bij een over- of onderspanning
wordt de motor uitgeschakeld. Deze start automatisch zodra de span-
ning zich weer in het geldige bereik bevindt. SSM-relais is actief. Off:
265 V AC / On: 245 V AC
Blokkering
van de motor
bijv. door afzet-
tingen
Als de motor blokkeert, wordt vervolgens 5 keer geprobeerd opnieuw te
starten in intervallen van telkens 30 seconden. Als de motor blijft blok-
keren, wordt deze blijvend uitgeschakeld. Dit kan uitsluitend door het
uitschakelen van de stroom langer dan 30 seconden en aansluitend met
herinschakelen. Het deblokkeringsprogramma loopt bij elke start. SSM-
relais is actief, zolang de interne foutteller geen NULL bedraagt.
Overbelasting
motor
Afzettingen van
de pomp
Als het stroomverbruik van de motor de grens gedurende ten minste 60
seconden overschrijdt, wordt de fout "Overbelasting" gemeld. De motor
wordt gestopt en na een fase van 30 seconden opnieuw gestart. Als
binnen de volgende 2 minuten geen overbelasting optreedt, wordt de
interne foutteller hersteld. Anders wordt de motor na 5 mislukte startpo-
gingen blijvend uitgeschakeld. Dit kan worden hersteld door de stroom
gedurende langer dan 30 seconden uit te schakelen. SSM-relais is
actief, zolang de interne foutteller geen NULL bedraagt.
Kortsluiting/
aardlek
Motor defect Na een kortsluiting wordt de motor uitgeschakeld. Na 30 seconden
wordt deze weer ingeschakeld. De motor wordt na 5 keer kortsluiting
blijvend uitgeschakeld. Dit kan worden hersteld door de stroom gedu-
rende langer dan 30 seconden uit te schakelen. SSM-relais is actief,
zolang de interne foutteller geen NULL bedraagt.
Contactfout Module niet juist
geplaatst. Ver-
binding tussen
motor en module
onderbroken
Bij een ontbrekend contact tussen motor en module wordt de motor uit-
geschakeld. Na ca. 30 seconden volgt een nieuwe startpoging. Na vijf
keer uitschakelen wordt de motor blijvend uitgeschakeld. Dit kan
worden hersteld door de stroom gedurende langer dan 30 seconden uit
te schakelen. SSM-relais is actief, zolang de interne foutteller geen
NULL bedraagt.
Stationair
lopen
Lucht in de
pomp
Na een bepaalde periode onder droogloopvoorwaarden wordt de motor
uitgeschakeld. Na een vertraging van 30 seconden start deze opnieuw.
Als binnen de volgende 2 minuten geen droogloop optreedt, wordt de
interne foutteller hersteld. Anders wordt de motor na 5 mislukte startpo-
gingen blijvend uitgeschakeld. Dit kan worden hersteld door de stroom
gedurende langer dan 30 seconden uit te schakelen. SSM-relais is
actief, zolang de interne foutteller geen NULL bedraagt.
23