Operation Manual

Omschrijving Waardebereik Fabrieksinstelling Beschrijving
Bedrijf HKP
Standaard
Verwarmingsgrenzen
Alleen tijdprog
Continu bedrijf
Standaard
Instellen van de bedrijfsmodus van de pompen.
De circulatiepompen worden uitgeschakeld als er geen
verwarmingsbehoefte bestaat. Tegelijk worden de mengers gesloten
(het verwarmingscircuit wordt uitgezet).
Standaard (Standaard circulatiepomp-schakeling)
Door kamertemp. geleide regeling (UIT: kamertemperatuur >
ingestelde kamer-richtwaarde + 1K).
Weersafhankelijke regeling in verwarmingsmodus (UIT:
buitentemperatuur > ingestelde kamer-richtwaarde).
Weersafhankelijke regeling in verlagingsmodus (invloed kamersensor
= 0; UIT: Het uitschakelen geschiedt bij de overgang in de
verlagingsmodus. De pomp loopt na het inschakelen door, AAN:
kamertemperatuur < Kamer-richtwaarde; invloed kamersensor =
UIT; UIT: Aanvoer-richttemperatuur < 20°C.)
Verwarmingsgrenzen (Pompschakeling volgens
verwarmingsgrenzen).
Verwarmingstijd (UIT: Buitentemperatuur < ingestelde
verwarmingsgrens Dag).
Verlagingstijd (UIT: Buitentemperatuur < ingestelde
verwarmingsgrens Nacht).
alleen tijdprogramma (Pompschakeling volgens
verwarmingsprogramma).
Verwarmingstijd (AAN, verwarmingscircuit is vrij).
Verlagingstijd (UIT, verwarmingscircuit is geblokkeerd).
Continu bedrijf.
De pomp loopt 24u door. Het verwarmingscircuit is voortdurend vrij.
Menger Open 5,0-25,0 7,0
Instellen van de snelheid waarmee de menger bij een
afwijkende instelling opengaat (Mengdynamiek Openen).
Ingevoerd wordt de regelafwijking in Kelvin waarbij de
menger zonder onderbreking opengaat.
Kleine waarden leiden tot snel regelgedrag van de menger
en kunnen slingeren tot gevolg hebben.
Menger Dicht 5,0-25,0 7,0
Instellen van de snelheid waarmee de menger bij een
afwijkende instelling dichtgaat (Mengdynamiek Sluiten).
Ingevoerd wordt de regelafwijking in Kelvin waarbij de
menger zonder onderbreking dichtgaat.
Kleine waarden leiden tot snel regelgedrag van de menger
en kunnen slingeren tot gevolg hebben.
Max T-Aanvoer
10,0°C-110,0°C 55,0°C
Instellen van de maximale aanvoertemperatuur van het
geselecteerde verwarmingscircuit.
De berekende aanvoer-richttemperatuur van het
verwarmingscircuit wordt tot de ingestelde maximale
aanvoertemperatuur begrensd (oververhittingsbeveiliging).
De verwarmingspomp van het directe verwarmingscircuit
wordt pas uitgezet als de [voeler 08] 8K hoger is dan de hier
ingestelde temperatuur.
De verwarmingscircuitpomp wordt alweer aangezet als de
temperatuur [voeler 08] onder de temperatuur
(Max T-Aanvoer+5K) zakt.
Verwarmingscircuit 1/2-Vervolg
Niveau 4 - SPECIALIST - Beschrijving van de parameters en instelwaarden - Vervolg
39