Operation Manual
Zonnepaneel /MF
Omschrijving Waardebereik Fabrieksinstelling Beschrijving
MF 1 Functie
(Uitgang A8
Vrijgave 2e warmte-
generator)
00-37 37
Functieselectie van de MF - relais (programmeerbare multi-
functionele uitgangen).
Aan de MF-relais 1-4 kan een voeler 1-4 [voeler 11-14)
worden toegekend.
Als er nog een sensor voor een bepaalde functie nodig is,
dan kan deze als voeler 15 worden aangesloten.
•00 = geen MF - functie.
•01 = Combi-pomp.
AAN: Bij een warmtevraag van een verbruiker.
UIT: Zonder een warmtevraag van een verbruiker.
•02 = Circulatie (tijd).
Schakeling van het relais volgens het tijdprogramma voor de
circulatiepomp.
•03 = Aanvoerpomp.
AAN: Bij een warmtevraag van een interne verbruiker.
UIT: Zonder een warmtevraag van een interne verbruiker. De
pomp loopt na.
•05 = Pomp WE 1.
Het relais kan voor het aansturen van de laadpomp voor
warmtegenerator 1 worden benut (Het relais schakelt met
naloop = 5 min.).
•06 = Pomp WE 2.
Het relais kan voor het aansturen van de laadpomp voor
warmtegenerator 2 worden benut (Het relais schakelt met
branderrelais 2; naloop = 5 min.).
•07 = Omschakelventiel reservoir 2 (buffer).
Het ventiel schakelt het rendement van het zonnepaneel van
het warmwaterreservoir om naar het bufferreservoir, als er
geen collector meer in het warmwaterreservoir kan laden.
•08 = Omschakelventiel reservoir 3 (zwembad).
Het ventiel schakelt het rendement van het zonnepaneel van
het bufferreservoir om naar reservoir 3 (voeler 15), als er
geen collector meer in het bufferreservoir kan laden (Functie
F15 moet op 5 staan).
•09 = Omschakelventiel reservoir 3 (zwembad, alleen bij
installaties zonder solaire lading van de buffer).
Het ventiel schakelt het rendement van het zonnepaneel van
het warmwaterreservoir om naar reservoir 3 (voeler 15), als
er geen collector meer in het warmwaterreservoir kan laden.
(Functie F15 moet op 5 staan).
•10 = Pomp WE 3.
Het relais kan voor het aansturen van de laadpomp voor
warmtegenerator 3 worden benut (Het relais schakelt met
naloop = 5 min.).
•11 = Pomp WE 4.
Het relais kan voor het aansturen van de laadpomp voor
warmtegenerator 4 worden benut (Het relais schakelt met
naloop = 5 min.).
MF 2 Functie
(Uitgang A9
Laadpomp binnen-
module)
00-36 18
MF 3 Functie
(Uitgang A10
omschakelventiel
koelen)
00-36 34
MF 4 Functie
(Uitgang A12
zonnepaneelpomp
of laadpomp vas-
tebrandstofketel of
circulatiepomp)
00-36 00
Niveau 4 - SPECIALIST - Beschrijving van de parameters en instelwaarden - Vervolg
41