Operation Manual
18
– Het apparaat start niet.
– Het apparaat schakelt tijdens het bedrijf uit.
– De ventilator loopt, maar de gastoevoer is geblokkeerd
resp. er volgt geen ontsteking.
– De vlam dooft na het loslaten van de drukpen
van de ontstekingsbeveiliging.
– De gastoevoer wordt onderbroken resp. de vlam dooft.
– Het apparaat verbruikt te veel brandstof.
– Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld.
– De verwarmingscapaciteit neemt af bij continu bedrijf.
1 – 2 – 3 – 4 – 7
2 – 4 – 7 – 12 – 13
4 – 5 – 8 – 9 – 12
8 – 10 – 11
4 – 6 – 7 –10 – 11 – 12 – 13
12 – 15
3 – 14
13
Opheffen van Storingen
Oorzaak: Storingen:
Oorzaak: Uitkomst:
1 Het apparaat heeft geen elektrische aansluiting.
- De netstekker verbinden met de betreffende netcontactdoos.
2 De ventilatormotor is overbelast.
- Motor, ventilatorwaaier en meenemerkoppeling controleren en evt.
vervangen.
3 De bedrijfsschakelaar is defect.
- De gastoevoer sluiten, de netstekker uit de netcontactdoos
verwijderen en de bedrijfsschakelaar vervangen.
4. Geen gasdruk aan de magneetklep.
- Controleren of er gas wordt toegevoerd naar het apparaat.
- De inhoud van de gasflessen controleren.
- De gasslang controleren op beschadigingen.
- De slangbreukbeveiliging ontgrendelen resp. vervangen.
5 Er wordt geen ontstekingsvonk gevormd.
- De ontstekingselektrode instellen conform opgave.
- De ontstekingskabel controleren.
- De porseleinisolatie van de elektrode controleren.
6 Het aanzuigrooster van de toevoerluchtventilator is vervuild.
- Het aanzuigbeschermrooster reinigen.
7 Uitschakeling door de veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB).
- Aanzuig- en uitblaasbeschermrooster controleren (evt. reinigen).
- Controleren of de toevoer van frisse lucht voldoende is.
- VTB ontgrendelen (VTB - Reset).
8 De ontstekingsbeveiliging opent niet of houdt niet open.
- De ontstekingsbeveiliging vervangen.
9 De piëzo-ontsteker is defect.
- De piëzo-ontsteker vervangen.
10. Het thermo-element wordt niet warm genoeg.
- De instelling van het thermo-element controleren en
indien nodig instellen volgens opgave.
11 Losse of vervuilde verbinding tussen de
ontstekingsbeveiliging en het thermo-element.
- De verbinding controleren en indien nodig reinigen.
12 De drukregelaar is defect of er is een verkeerde drukregelaar
gemonteerd resp. de slangbreukbeveiliging heeft vergrendeld.
- Een originele drukregelaar monteren.
- De slangbreukbeveiliging ontgrendelen resp. vervangen.
13 De gasfles is door lage temperaturen en een hoge gasontname
bevroren.
- De gasfles vervangen en 2-3 flessen met de meerflessenset,
EDV-nr. 1014050, aansluiten.
14 De magneetklep sluit niet.
- De gastoevoer sluiten.
- De vlam laten uitbranden.
- De bedrijfsschakelaar in stand „0” zetten en de netstekker uit de
netcontactdoos verwijderen.
- De magneetklep vervangen.
15. Ondichte gasleiding.
- De lekkage opsporen met een schuimvormend middel en
elimineren.
Voor alle werkzaamheden moet de gastoevoer gesloten en de netstekker uit de netcontactdoos
getrokken worden. Instel- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door
geautoriseerd vakpersoneel!










