REMKO WKL INOX Olie wand-stookautomaten Bediening Techniek Vervangingsonderdelen Uitgave NL – P12 REMKO – sterk als een beer.
Gebruiksaanwijzing Voor ingebruikname / gebruik van het apparaat moet deze handleiding zorgvuldig worden doorgelezen! Bij niet-doelmatig gebruik, opstelling, onderhoud enz. of eigenmachtige veranderingen aan de vanuit de fabriek geleverde uitvoering van het apparaat vervalt elk recht op garantie.
Veiligheidsinstructies Bij de inzet van het apparaat moeten in principe altijd de plaatselijke bouw- en brandveiligheidsvoorschriften en de voorschriften van de beroepsvereniging in acht genomen worden. ◊ Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moeten de apparaten in principe van het stroomnet geïsoleerd worden. Zekeringen eruit draaien resp. de hoofdschakelaar op de plaats van installatie uitschakelen.
Veiligheidsinrichting Werkwijze Drievoudige combinatieregelaar volgens DIN 3440 Na het inschakelen van het apparaat door activering van de bedrijfsschakelaar in de stand „Verwarmen” resp. „I” schakelt de ventilatorbrander zich in.
Belangrijke informatie over de combinatieregelaar Keuze van de opstellingsplaats De drievoudige combinatieregelaar heeft een voelerzelfbewaking en is koudebestendig tot -20°C. Onder -20°C schakelt het apparaat uit, bij temperatuurstijging echter weer in. Het apparaat is weer volledig operationeel. Bij de keuze van de opstellingsplaats moeten de eisen worden afgestemd met het oog op: Bij beschadiging van de voeler of van de capillaire buis en bij het bereiken van een temperatuur van ca.
(3) Voor van de ruimtelucht afhankelijke stookplaatsen met een totale nominale warmtecapaciteit van meer dan 50 kW geldt de verbrandingsluchttoevoer als aangetoond als de stookplaatsen zijn opgericht in ruimtes die een naar de open lucht leidende opening of leiding hebben. De diameter van de opening moet minstens 150 cm2 en voor elke boven 50 kW nominale warmtecapaciteit uit gaande kW nominale warmtecapaciteit 2 cm2 meer bedragen. De leidingen moeten stromingstechnisch equivalente afmetingen hebben.
Montage aan de muur Elektrische installatie De voor de montage voorziene muur moet uit nietbrandbare materialen bestaan. De belastbaarheid ervan moet gecontroleerd worden, eventueel moeten er versterkingen worden aangebracht. Voor de volgens DIN EN 60335-1 en VDE 0116 uit te voeren elektrische installatie moet gecontroleerd worden of een ontoelaatbare onderspanning als gevolg van ook maar kortstondige netoverbelasting mogelijk is.
Het apparaat moet in de regel worden aangesloten aan een geschikte en qua constructie toegelaten gasafvoerinstallatie. * Toepassingsvoorbeeld: Roestvrij stalen schoorsteen, dubbelwandig, buitenmontage AS-ME-D Voor de installatie van het gasafvoersysteem moet in elk geval een vergunning worden aangevraagd. Gasafvoerinstallaties zijn constructies in of aan gebouwen, die er uitsluitend voor bestemd zijn om afvoergassen van stookplaatsen veilig af te voeren boven het dak.
Opstelling en montage Opstelling van het apparaat Aansluiting van de ventilatormotor Bij de opstelling van het apparaat moeten in principe de voor de betreffende deelstaat geldende voorschriften en verordeningen in acht worden genomen. De apparaten zijn in de fabriek volledig bedraad. Neem bovendien de volgende punten in acht. ◊ Verwijder in principe het transportpalet resp. het hout voor de opstelling. ◊ Stel de apparaten stabiel op.
Ingebruikname Stookolieaansluiting Ingebruikname van de ventilatormotor Er moet worden gezorgd voor voldoende brandstoftoevoer. Controle van de aandrijving ◊ De zuigleiding moet in de tank in principe van een voetklep voorzien worden. ◊ Ook bij lage buitentemperaturen moet een toereikende hoeveelheid vloeiende stookolie beschikbaar zijn. Paraffinevorming kan reeds (al naargelang de stookoliekwaliteit) optreden vanaf ca. 5 °C. Om dit te vermijden moeten er adequate maatregelen worden getroffen.
Eerste ingebruikname Verwarmingsbedrijf De eerste ingebruikname van het apparaat en zijn ventilatorbrander moet gebeuren door de fabrikant of een andere door deze aangewezen geautoriseerde deskundige. Daarbij moeten alle regel-, besturings- en veiligheidsinrichtingen op hun werking en juiste instel-ling gecontroleerd worden. Het apparaat werkt volautomatisch, overeenkomstig de gewenste ruimtetemperatuur.
Eliminering van storingen * Reparatiewerkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel! ◊ Controleer de capillaire buizen resp. voelers van de drievoudige combinatieregelaar op beschadiging en correcte positionering van de voelers. ◊ Controleer of de stoorlamp van de branderautomaat brandt. ◊ Ontgrendel de branderautomaat door de stoorknop in te drukken, indien de stoorlamp brandt. De stoorlamp dooft en de brander doet een startpoging.
Verzorging en onderhoud De exploitant moet de installatie omwille van de operationaliteit, bedrijfsveiligheid, zuinigheid en de naleving van de emissiewaarden minstens eenmaal per jaar door een geautoriseerde deskundige laten controleren. * Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moeten de apparaten in principe van het stroomnet geïsoleerd worden.
Voorstelling van de apparaten Maat- en constructiewijzigingen die de technische vooruitgang dienen, voorbehouden 2 1 3 4 5 9 25 6 7 8 16 23 10 24 11 17 13 18 19 14 20 22 15 21 1 12 16 4 Afb. WKL 60 Lijst van vervangingsonderdelen Pos.
Schakelschema 230 V Ventilatormotor: 230 V / 1~ Brandermotor: 230 V / 1~ 1A 5B 2A 6B 3A 1 2 3 4 5 6 7 #4 4B #3 230V / 50 Hz L1 N 8 zwart schwarz SK 2 1 blau blauw #1 #2 KL S 3 blauw blau bruin braun zwart 3 schw.3 zwart 4 schw.4 zwart 2 schw.2 zwart 1 schw.
Schakelschema 400 V directe start Ventilatormotor: Brandermotor: 400 V / 3~ (tot 2,2 kW) 230 V / 1~ 1 3 5 1 F1 F3 2 4 6 2 1 Aus uit S1 Lüften venti- 2 Heizen 3 verwarmen lieren Optional optioneel 1 3 5 K1 2 4 6 h 1 3 5 97 95 P F2 2 4 6 98 96 1 A1 K1 H1 2 X1 1 2 3 4 PE X2 5 6 7 1 1 H2 A2 1 H3 2 H4 2 PE X2 1 2 3 PE 2 4 5 6 PE 7 8 9 10 PE V W PE zekeringblok (ventilatormotor) therm.
Technische gegevens R EMK O WK L 30 60 90 120 Nominale warmtebelasting kW 33 62 89 125 Nominale warmtecapaciteit kW 29 57 82 115 Nominale luchtvolumestroom 1) m³/h 1990 4450 6100 8490 Brandstof stookolie EL volgens DIN 51603 Brandstofverbruik max. kg/h 2,8 5,2 7,5 10,5 kg/h 52 97 140 198 °C 180-195 180-195 180-195 180-195 Vereiste schoorsteentrek Pa 0 0 0 0 Afvoergasverlies VA max. % 9 8 8 8 Stookruimteweerstand ca.
Onderhouds- en verzorgingsprotocol Apparaattype : ................................ Apparaatnummer : .................................. Brandertype : ................................ Brandernummer : ..................................
REMKO GmbH & Co. KG Klimaat- en Warmtetechniek D-32791 Lage • Im Seelenkamp 12 D-32777 Lage • Postbus 1827 Telefoon +49 5232 606-0 Telefax +49 5232 606-260 E-mail: info@remko.de Internet: www.remko.