Operation Manual

1
3
2
nu654-5_fra_G5.qxd 3/06/02 15:14 Page 5.05
nu654-4 - CLIO II
C:\Documentum\Checkout\nu654-5_nel_T5.WIN 2/7/2002 16:02
-page5
5.05
VERWISSELEN VAN EEN WIEL
Verwijder de wieldop, zie de pa-
ragraaf “Wieldoppen - Wielen”.
Draai de wielbouten iets los, zet
daarbij de wielsleutel 1 zo op de
wielbouten dat u naar beneden
moet drukken en niet omhoog
moet trekken.
Plaats de kop van de krik in de
uitsparing bij het kriksteunpunt
in de onderrand van de carrosse-
rie, naast het wiel dat u gaat ver-
wisselen.
Draai nu de krik met de hand om-
hoog zodat u de voet van de krik
vlak op de grond kunt zetten, iets
binnen de rand van de carrosse-
rie. Bij een zachte ondergrond
moet u een plankje onder de voet
plaatsen.
Steek nu de haak 2 van de wiel-
sleutel in de krik 3, dan krikt u de
auto op tot het wiel loskomt van
de grond.
Verwijder de wielbouten.
Neem het wiel weg.
Plaats het reservewiel op de naaf
en draai het wiel rond tot de gaten
voor de wielbouten samenvallen.
Monteer de bouten, draai ze aan
en laat de krik zakken.
Als de auto weer op zijn wielen
rust, trekt u de bouten goed vast.
Parkeer de auto op een ste-
vige en horizontale onder-
grond (plaats indien nodig
een stevige ondersteuning
onder de voet van de krik), schakel
de alarmknipperlichten in en
plaats de gevarendriehoek.
Zet de handrem vast en schakel een
versnelling in (1e of achteruit) of de
stand P alsdeautoeenautomati-
sche transmissie heeft.
Laat alle inzittenden uitstappen en
houd hen op veilige afstand van het
verkeer.
Een lekke band moet zo
snel mogelijk worden gere-
pareerd en vóór terugplaat-
sing door een deskundige
worden onderzocht.