Operation Manual

1
2
nu654-5_fra_G1.qxd 3/06/02 14:37 Page 1.13
nu654-4 - CLIO II
C:\Documentum\Checkout\nu654-5_nel_T1.WIN 2/7/2002 15:43
- page 21
1.13
AUTOGORDELS
Gebruik tijdens het rijden altijd de
autogordel. Het niet dragen van de
gordel is gevaarlijk en strafbaar.
Voordat u wegrijdt:
- stel de stoel af in de voor u ideale
stand (zie hieronder),
- stel vervolgens de gordel op de
hierna aangegeven wijze af.
Een verkeerd afgestelde
autogordel kan bij een
ongeval letsel veroorza-
ken.
Zwangere vrouwen moeten ook
hun gordel dragen. Let er in deze
situatie op dat de heupgordel
niet te veel op de onderbuik
drukt.
De juiste zithouding
Ga goed diep in uw stoel zitten.
Dit is belangrijk voor een goede
ondersteuning van de onderkant
van de wervelkolom.
Verschuif de stoel zodat u mak-
kelijk bij de pedalen kunt komen.
Plaats de stoel zo ver naar achte-
ren dat u het koppelingspedaal
nog net geheel kunt indrukken.
Stel de rugleuning zo af dat de ar-
men bij het sturen licht gebogen
blijven.
Stel de hoofdsteun af.
De afstand tussen de hoofdsteun
en uw achterhoofd moet zo klein
mogelijk zijn.
Stel de hoogte van het zitkussen
af.
Verstel het kussen om een zo goed
mogelijk zicht op het verkeer te
hebben.
Stel de stand van het stuurwiel
af.
Afstellen van de autogordel
Ga goed tegen de rugleuning zitten.
De band van de schoudergordel 1
moet zo dicht mogelijk langs de hals
over de schouder lopen.
De band van de heupgordel 2 moet
vlak over de heupen langs het bek-
ken lopen.
De autogordel moet zo direct moge-
lijk tegen het lichaam gedragen wor-
den en niet over bijv. te dikke kle-
ding of over ertussen gestoken
voorwerpen.