Operation Manual

nu654-5_fra_G2.qxd 2/05/02 14:10 Page 2.03
nu654-4 - CLIO II
C:\Documentum\Checkout\nu654-5_nel_T2.WIN 2/7/2002 15:46
-page3
2.03
STARTEN / STILZETTEN VAN DE MOTOR
Starten van de motor
Bijzonderheden auto met start-
vergrendeling
Bij strenge vorst (kouder dan
–20°C): zet eerst het contact enke-
le secondes aan voordat u de
motor start, de motor zal dan ge-
makkelijker aanslaan.
Vergewis u ervan dat de startver-
grendeling niet actief is, zie de
betreffende paragraaf in hoofd-
stuk 1.
Benzinemotor
Warme of koude motor
- Geef bij het starten geen gas.
- Laat de contactsleutel los zodra
de motor is aangeslagen.
Dieselmotor
Koude of halfwarme
motor
Draai de contactsleutel in stand
M en houd de sleutel in deze
stand totdat het controlelampje
voorverwarming gedoofd is.
Draai de sleutel tot de stand
«starten» D zonder gas te geven.
Laat de contactsleutel los zodra
de motor is aangeslagen.
Stilzetten van de motor
Laat de motor stationair draaien en
draai de contactsleutel terug in de
stand “Stop”.
Laat nooit de sleutel in het contactslot zitten als u de auto achterlaat met een kind (of een dier) erin. Met
contact aan kan het kind de motor starten en de ruiten bedienen en door het omhoog gaan ervan ernstig wor-
den verwond aan hals, arm, of hand als deze uit de auto steken.
Trek de sleutel niet uit het contactslot voordat de auto geheel tot stilstand is gekomen: als de motor niet draait is er
geen bekrachtiging van de rem- en stuurinrichting en de airbags en gordelspanners werken niet als het contact af staat.
Als de sleutel uit het contactslot is gehaald, blokkeert het stuurslot de stuurinrichting.