Operation Manual

nu654-5_fra_G2.qxd 2/05/02 14:10 Page 2.07
nu654-4 - CLIO II
C:\Documentum\Checkout\nu654-5_nel_T2.WIN 2/7/2002 15:47
-page7
2.07
TIPS VOOR ZUINIG RIJDEN EN MINDER LUCHTVERONTREINIGING (vervolg)
Controle van de uitlaatgassen
Het controlesysteem van uitlaatgas-
sen waarschuwt bij een storing in de
werking van de katalysator.
Een dergelijke storing kan leiden tot
een verhoogde uitstoot van schade-
lijke uitlaatgassen en schade aan
mechanische organen.
Dit lampje op het instru-
mentenpaneel geeft even-
tuele storingen van het
systeem aan:
Het gaat branden bij het aanzetten
van het contact en dooft dan.
- als het continu brandt, moet u zo
snel mogelijk uw RENAULT-dealer
raadplegen;
- als het lampje knippert, moet u
vaart verminderen tot het knippe-
ren ophoudt. Laat het systeem di-
rectdoor uwRENAULT-dealercon-
troleren en indien nodig
herstellen.
Het rijden
Rijd kalm tot de motor zijn be-
drijfstemperatuur heeft bereikt;
dit is beter dan warmdraaien bij
stilstaande auto.
Snelheid kost geld.
“Sportief” rijden kost brandstof:
rijd daarom soepel en kijk ver
vooruit.
Regel de snelheid van de auto met
het gaspedaal door voor een bocht
tijdig gas terug te nemen.
•Trekniettesnelop.
Laat het toerental van de motor in
de lagere versnellingen niet te ver
oplopen. Kies de hoogst mogelij-
ke versnelling zonder echter de
motor te zwaar te belasten. Rijd
met een automatische transmissie
zoveel mogelijk in stand D.
Geef op een helling geen gas bij
maar houd het gaspedaal bij voor-
keur in dezelfde stand.
Bij een moderne auto is het niet
nodig bij het schakelen tweemaal
te ontkoppelen of voor het stilzet-
ten van de motor nog even gas te
geven.
Diepe plassen, overstromingen
Rijd niet door als het wa-
ter op de weg hoger staat
dan de onderrand van de
velgen.