Operation Manual

nu654-5_fra_G2.qxd 2/05/02 14:11 Page 2.15
nu654-4 - CLIO II
C:\Documentum\Checkout\nu654-5_nel_T2.WIN 2/7/2002 15:47
- page 15
2.15
VERSNELLINGSBAK QUICKSHIFT 5 (vervolg)
Halfautomatische werking
(handmatig)
Vanuit de automatische werking
kunt u de versnelling op twee ma-
nieren in de halfautomatische wer-
king zetten: door de selecteurhendel
te bewegen (naar een hogere of lage-
re versnelling) of door op de knop
voor het veranderen van de werk-
stand in te drukken. In het laatste
geval verandert de werking zonder
naar een hogere of lagere versnel-
ling te schakelen.
U schakelt zelf een andere versnel-
ling in door middel van de selec-
teurhendel.
Om naar een hogere versnelling te
schakelen, hoeft u slechts kort de
selecteurhendel naar voren te du-
wen, zonder uw voet van het gaspe-
daal te halen.
Om naar een lagere versnelling te
schakelen, hoeft u slechts kort de
selecteurhendel naar achteren te
trekken, zonder uw voet van het
gaspedaal te halen.
Het systeem heeft een ingebouwde
beveiliging tegen te hoge of te lage
toerentallen van de motor.
Twee opeenvolgende impulsen naar
voren maken het mogelijk twee ver-
snellingen tegelijk omhoog te scha-
kelen (behalve in het geval van een
te laag toerental). Twee opeenvol-
gende impulsen naar achter maken
het mogelijk twee versnellingen te-
gelijk terug te schakelen (behalve in
het geval van een te hoog toerental).
Als u afremt op de motor, schakelt
de versnellingsbak automatisch
naar de lagere versnellingen om het
afslaan van de motor te voorkomen.
De eerste versnelling wordt automa-
tisch ingeschakeld als u onder een
bepaalde snelheid komt. U kunt de
auto met de rem laten stilstaan
(stopbord, verkeerslicht, enz.) zon-
der naar de neutraalstand (N) te
gaan.
De auto kan weer wegrijden:
- ofwel langzaam, (bijvoorbeeld in
een file) door het rempedaal los te
laten zonder gas te geven
- ofwel gewoon, door het rempedaal
los te laten en gas te geven.
N.B.: de neutraalstand is tijdens het
rijden of als de auto stilstaat alleen
in te schakelen als u het rempedaal
indrukt (als u dit vergeet, gaat het
controlelampje 3 branden en de let-
ter N knipperen).
Om deze in te schakelen, duwt u de
selecteurhendel naar rechts.
Als de motor draait kan op ieder ge-
wenst moment en in alle versnellin-
gen van de ene werking naar de an-
dere geschakeld worden, behalve
als de versnellingsbak in de neu-
traalstand (N) of in de achteruitver-
snelling (R) staat.