Operation Manual

1
2
5
nu654-5_fra_G2.qxd 2/05/02 14:11 Page 2.22
nu654-4 - CLIO II
C:\Documentum\Checkout\nu654-5_nel_T2.WIN 2/7/2002 15:47
- page 22
2.22
SNELHEIDSREGELAAR/BEGRENZER: begrenzerfunctie (vervolg)
Inschakelen
Druk op schakelaar 1, aan
kant.
Het controlelampje licht op het in-
strumentenpaneel op en afhankelijk
van de auto schakelt de boordcom-
puter over op de functie «snelheids-
begrenzer».
Instellen van de maximum snel-
heid
Rijdend met constante snelheid
(vanaf ongeveer 30 km/u) en in de
juiste versnelling (voor de auto's
met handgeschakelde versnellings-
bak), drukt u schakelaar 2 in: de
snelheid wordt vastgelegd in het
geheugen.
Het rijden
Als een maximum snelheid in het
geheugen is opgenomen, drukt u het
gaspedaal in totdat u de snelheidsli-
miet bereikt.
Vanaf dat moment kan de auto niet
sneller rijden, ook niet als u het gas-
pedaal verder indrukt, behalve in
noodgevallen (zie paragraaf “over-
schrijding van de maximum snel-
heid”).
Verandering van de ingestelde
maximum snelheid
U kunt de ingestelde maximum
snelheid veranderen door (het ach-
ter elkaar indrukken of het lang in-
gedrukt houden) van:
-toets2 om de snelheid te verho-
gen,
-toets5 om de snelheid te verlagen.
Bij de uitvoering met tijdelijke aan-
duiding is de ingestelde snelheid
ongeveer een halve minuut zicht-
baar.