Operation Manual

1.94
Functie “uitschakelvertraging”
Met deze functie blijven de dimlichten korte
tijd branden (voor het verlichten van het
openen een hek, enz.).
Met stilstaande motor en gedoofde lich-
ten, draait u de ring 3 in stand 0 of AUTO
en trekt u de schakelaar 1 naar u toe: de
dimlichten blijven ongeveer dertig seconden
branden. Om deze tijd te verlengen, kunt u
de schakelaar tot vier keer naar u toe trek-
ken (de maximale tijd is twee minuten). De
boodschap “Follow me home voor _ _ _” met
de oplichttijd verschijnt op het instrumenten-
paneel om deze handeling te bevestigen.
Daarna kunt u uw auto vergrendelen.
Om de verlichting uit te schakelen voordat
deze automatisch uitschakelt, verdraait u de
ring 3 (de stand is onbelangrijk) en draait u
deze daarna terug in de stand AUTO.
VERLICHTING EN SIGNALEN (4/5)
Functie welkomst en afscheid
(afhankelijk van de auto)
Als de functie is geactiveerd, gaan de lichten
automatisch branden wanneer de Renault-
kaart wordt gedetecteerd of wanneer de
auto wordt ontgrendeld.
Ze gaan automatisch uit:
ongeveer één minuut nadat ze zijn aan-
gegaan;
wanneer de motor wordt gestart, naarge-
lang van de stand van de schakelaar voor
de verlichting;
of
wanneer de auto wordt vergrendeld.
Welkomstverlichting onder de
buitenspiegels
Als de functie is ingeschakeld, schakelt de
verlichting onder de buitenspiegels automa-
tisch in als de RENAULT-card wordt gede-
tecteerd, wanneer de auto wordt ontgren-
deld of wanneer een portier wordt geopend.
Ze gaan automatisch uit:
ongeveer één minuut nadat ze zijn aan-
gegaan;
bij het starten van de motor;
of
wanneer de auto wordt vergrendeld.
De functies inschakelen,
uitschakelen
Op het bedieningsscherm kiest u het menu
“‘Voertuig”, “Gebruikersinstellingen” en ver-
volgens “Extern welkom”. Kies “ON” of
OFF” om de functie in of uit te schakelen.