Operation Manual
2.7
Stand-by uitschakelen
Voor auto’s met automatische versnel-
lingsbak:
– het rempedaal wordt losgelaten en de
versnelling staat in de stand D;
of
– het rempedaal wordt losgelaten en de
versnelling staat in de stand N met de
handrem uit;
of
– het rempedaal wordt opnieuw ingedrukt
en de versnelling staat in de stand P of N
terwijl de handrem is ingeschakeld;
of
– de versnelling staat in de stand R;
of
– het gaspedaal is ingedrukt.
Voor auto’s met een handgeschakelde
versnellingsbak:
– de versnellingsbak staat in neutraal en
het koppelingspedaal wordt lichtjes inge-
drukt;
of
– de versnelling is ingeschakeld en het
koppelingspedaal is volledig ingedrukt.
Voordat brandstof wordt getankt, moet
de motor worden afgezet (en niet op
stand-by worden gezet): u moet de
motor afzetten door de stopknop van de
motor in te drukken (raadpleeg de para-
graaf “Starten, stoppen van de motor”).
FUNCTIE STOP AND START (2/4)
Verhinderen dat de motor op
stand-by wordt gezet
In bepaalde omstandigheden, zoals bij in-
voegen op een kruispunt, is het mogelijk
de motor draaiende te houden om snel te
kunnen starten.
Voor auto’s met automatische versnel-
lingsbak:
laat de auto stilstaan en oefen slechts een
lichte druk uit op het rempedaal
Voor auto’s met een handgeschakelde
versnellingsbak:
houd het koppelingspedaal ingedrukt