Operation Manual
2.18
TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN (3/5)
ECO-modus
De ECO-modus is een functie die het brand-
stofverbruik zo laag mogelijk houdt. Deze
modus is van invloed op alle stroomverbrui-
kers (motorvermogen, schakelen voor auto's
met automatische transmissie, verwarming
en/of airconditioning ...).
Doordat de versnelling wordt beperkt, wordt
gezorgd voor een rijstijl die geschikt is voor
in de stad of de periferie waarbij weinig
brandstof wordt verbruikt. De begrenzing
van de airconditioning en de verwarming
maakt het mogelijk om brandstof te bespa-
ren zonder dat het warmtecomfort verlaagt.
Activeren van de functie
De functie kan worden ingeschakeld:
– door op de schakelaar 4 te drukken.
– met de centrale bediening 5 (raadpleeg
de paragraaf “Multi-Sense” in hoofdstuk
3);
– vanuit het navigatiemenu van het multi-
mediascherm (raadpleeg het instructie-
boekje van het multimediasysteem).
Het controlelampje
verschijnt op het
instrumentenpaneel om de inschakeling te
bevestigen.
Uitschakelen van de functie
Druk op de schakelaar 4.
Het controlelampje
op het instru-
mentenpaneel gaat uit om de uitschakeling
te bevestigen.
Tijdens het rijden kan de ECO-modus tijde-
lijk worden verlaten om de motor weer op
volle kracht te laten werken.
Druk daartoe het gaspedaal diep in.
De ECO-modus wordt weer ingeschakeld
zodra u de druk op het gaspedaal vermin-
dert.
4
5