Operation Manual
2.31
HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN (6/12)
Als de bestuurder het rempedaal indrukt en
het systeem nog altijd een risico op een bot-
sing detecteert, wordt sterker afgeremd.
Als de bestuurder niet reageert op de waar-
schuwing en een botsing onvermijdelijk
wordt, schakelt het systeem de remmen in.
Actieve noodstop
Met behulp van de radar 1 bepaalt het
systeem de afstand tot de voorligger en
waarschuwt het de bestuurder bij risico op
een frontale botsing. Het systeem kan de
auto vanzelf afremmen om de schade bij
een aanrijding te beperken.
NB: zorg ervoor dat de radar 1 niet bedekt is
(vuil, modder, sneeuw...).
Werking
Wanneer tijdens het rijden (snelheid tussen
30 en 140 km/u) het risico bestaat op een
botsing met de voorligger, licht de indicator 2
op het instrumentenpaneel en, afhankelijk
van de auto, op het head-up display, rood op
en weerklinkt er een geluidssignaal.
Het systeem detecteert geen voertuigen
die in dezelfde richting rijden. Het sys-
teem kan dan ook geen motorrijders de-
tecteren, aangezien hun verplaatsings-
richting moeilijk te bepalen is.
1 2