Operation Manual
2.32
Omstandigheden waarin het systeem
niet werkt
Het systeem wordt mogelijk niet ingescha-
keld:
– wanneer de versnellingshendel in neu-
trale stand of neutraal staat;
– wanneer de handrem is ingeschakeld;
– in een bocht.
Inschakelen, uitschakelen van het
systeem
Op het bedieningsscherm 3 kiest u het
menu “Voertuig”, “Hulp bij het rijden”, “Actief
remmen” en selecteert u vervolgens “ON” of
“OFF”.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat
het waarschuwingslampje
op het in-
strumentenpaneel branden.
Het systeem wordt opnieuw ingeschakeld
telkens het contact wordt aangezet.
HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN (7/12)
Om direct naar het menu “Hulp bij het
rijden” te gaan, drukt u op de toets 4
.
Bij een storing
Als het systeem een storing signaleert, licht
het lampje
© op het instrumentenpa-
neel op, samen met het lampje Controleer
actieve remmen en de boodschap “
”.
Raadpleeg een merkdealer.
3
4