Operation Manual
2.41
DODEHOEKWAARSCHUWING (1/3)
Dit systeem waarschuwt de bestuurder als
er zich een auto in het detectiegebied be-
vindtA.
Dit systeem schakelt in als de auto rijdt met
een snelheid die tussen ongeveer 30 km/u
en 140 km/u bedraagt.
Deze functie maakt gebruik van de 1-senso-
ren die aan beide zijden in de voor- en ach-
terbumpers zijn geïnstalleerd.
1
Inschakelen/uitschakelen
Op het bedieningsscherm 2 kiest u het
menu “Voertuig”, “Hulp bij het rijden”,
“Dodehoekwaarschuwing” en vervolgens
“ON” of “OFF”.
A
A
Bijzonderheid
Zorg ervoor dat de sensoren niet bedekt zijn
(vuil, modder, sneeuw, ...).
Indien een van de sensoren bedekt is, ver-
schijnt de boodschap “Dodehoek ass reinig
sensor” op het instrumentenpaneel. Reinig
de sensoren.
U kunt direct naar het menu “Hulp bij het
rijden” gaan met de toets 3 .
2
3
A
Wanneer de motor wordt gestart, komt het
systeem in dezelfde staat als vóór het uitzet-
ten van het contact.