Operation Manual

1.13
PORTIEREN OPENEN EN SLUITEN (3/3)
Veiligheid van de kinderen
Druk op de schakelaar 5 om de elektrische
ruitbediening achter en het openen van de
achterportieren van binnenuit onmogelijk of
mogelijk te maken.
Het oplichten van het lampje in de schake-
laar geeft de vergrendeling aan.
NB: als het systeem defect is, verschijnt
de boodschap “Controleerkinderbeveilig.”
op het instrumentenpaneel: raadpleeg een
merkdealer.
Veiligheid inzittenden achter
De bestuurder kan de werking
van de achterportieren en, af-
hankelijk van de auto, van de
ruitbediening inschakelen door op de
schakelaar 4 aan de kant van de teke-
ning te drukken.
Afhankelijk van de auto, bij een defect:
er klinkt een geluidssignaal;
– op het instrumentenpaneel licht een
boodschap op;
– het ingebouwde controlelampje licht
niet op.
Als de accukabels losgemaakt zijn, moet
u op schakelaar 4 aan de kant van de te-
kening drukken om de achterportieren te
ontgrendelen.
Verantwoordelijkheid van
de bestuurder tijdens het
parkeren of stoppen van de
auto
Laat nooit, zelfs niet eventjes, een kind,
een afhankelijke volwassene of een dier
in de auto achter als u deze verlaat.
Het kan zichzelf of anderen in gevaar
brengen door bijvoorbeeld de motor te
starten, door organen te bedienen zoals
de ruitbediening, of de portieren te ver-
grendelen, enz..
Bovendien kan bij warm en/of zonnig
weer de temperatuur in het interieur heel
erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN
ERNSTIG LETSEL.
5
Uit veiligheidsoverwegingen,
mag u de deur alleen openen
en sluiten als de auto stilstaat.