Operation Manual
3.15
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING (1/2)
1
2
3
4
5
6
Deze systemen werken:
– bij draaiende motor;
– nadat de motor is uitgezet totdat een
voorportier wordt geopend (beperkt tot
ongeveer 12 minuten);
– voor het starten, met gesloten portieren,
nadat lang op de startknop is gedrukt.
Druk of trek aan de schakelaar van een ruit
om deze omhoog of omlaag te zetten tot de
gewenste hoogte: de achterruiten kunnen
niet helemaal omlaag.
Veiligheid inzittenden achter
De bestuurder kan de werking van de ruitbediening achter en de achterportie-
ren uitschakelen door op de schakelaar 4 te drukken. Op het instrumentenpaneel
wordt een bevestigingsboodschap weergegeven.
Verantwoordelijkheid van de bestuurder
Laat uw RENAULT-card nooit, zelfs niet eventjes, in de auto liggen als u de auto verlaat en
er een kind (of dier) in de auto zit. Het kan zichzelf of anderen in gevaar brengen door de
motor te starten, door uitrusting te bedienen zoals de ruitbediening, of de portieren enz. te
vergrendelen. In geval van beknelling van een lichaamsdeel draait u direct de bewegings-
richting van de ruit om door te drukken op de betreffende schakelaar.
Risico van ernstige verwondingen.
Leg nooit iets op de bovenkant van een
ruit: risico van beschadiging van de ruit-
bediening.
Vanaf de bestuurdersplaats bedient u de
schakelaar:
1 voor de bestuurderskant;
2 voor de passagierskant voor;
3 en 5 voor de passagiers achter.
Vanaf de passagiersplaatsen bedient u de
schakelaar 6.
NB: vingers, een boomtak enz.), stopt de ruit
en schuift daarna enkele centimeters terug.