Operation Manual

3.34
Beperking voor het gebruik
Wanneer er een passagier op een achters-
toel van de derde rij zit, is het verboden te
rijden met een neergeklapte rugleuning of
stoel van de tweede rij.
De sticker op de achterkant van de stoelen
herinnert u hieraan.
ACHTERSTOELEN (5/5)
Om veiligheidsredenen mogen
deze afstellingen alleen uitge-
voerd worden als de auto stils-
taat.
Zorg dat tijdens het bewegen
van de achterstoelen er niets
het verankeren kan hinderen
(lichaamsdeel, dier, steentje,
doek, speelgoed enz.).
Controleer na het terugkan-
telen van de rugleuning of
deze weer goed is vergrendeld.
Als u stoelhoezen gebruikt,
moet u opletten dat deze de vergrende-
ling van de rugleuning niet belemmeren.
Let op de juiste stand van de autogor-
dels.
Plaats de hoofdsteunen terug.