Operation Manual

5.27
RUITENWISSERBLADEN: vervangen (1/2)
Ruitenwisserblad voor 1
Duw met het contact aan en de motor uit
de schakelaar van de ruitenwissers hele-
maal naar beneden: de bladen stoppen in
een stand waarbij de motorkap vrij is.
Til de ruitenwisserarmen 3 op en druk op de
knop 2 om het blad vrij te maken.
Bij het monteren
Schuif het blad op de arm tot het vastklemt.
Controleer de vergrendeling. Laat de arm
van het ruitenwisserblad voorzichtig zakken.
1
2
3
Zet met het contact aan de schakelaar van
de ruitenwisser in ruststand. Het ruitenwis-
serblad aan bestuurderskant moet altijd
boven het blad aan de passagierskant
liggen. Als dat niet het geval is, zal de rui-
tenwisser één wisbeweging maken zodra de
auto sneller rijdt dan ongeveer 7 km/uur.
NB: voordat u uw auto start, moet u de rui-
tenwisserbladen tot op de voorruit laten
zakken om schade aan de motorkap of de
ruitenwisser te vermijden.
Controleer als het vriest voor-
dat u wegrijdt of de ruitenwis-
serbladen niet aan de ruit zijn
vastgevroren. De wissermotor
kan hierdoor te warm worden of de
bladen kunnen beschadigd raken.
Controleer regelmatig de wisserbla-
den.
Zodra hun werking afneemt moet u
ze vervangen, ongeveer eens per
jaar.
Bij het vervangen van het blad, let bij het
verwijderen van het blad op, dat u hem
niet op de ruit laat vallen: u zou de ruit
kunnen breken.