Operation Manual
1.64
š
Controlelampje markeringslicht
á
Controlelampje grootlicht
k
Controlelampje dimlicht
f
Controlelampje mistachterlicht
Controlelampje automatisch
grootlicht
Raadpleeg de paragraaf “Verlichting en sig-
nalen” in hoofdstuk 1.
c
Controlelampje richtingaanwij-
zers links
b
Controlelampje richtingaanwij-
zers rechts
M
Waarschuwingslampje brand-
stofpeil
Het licht oranje op bij het aanzetten van het
contact of bij het starten van de motor en
dooft binnen enkele seconden.
Als het tijdens het rijden oranje oplicht met
een geluidssignaal: ga zo snel mogelijk
tanken. U kunt dan nog ongeveer 50 km
rijden.
A
Als er geen visueel of geluids-
signaal terug komt, geeft het
een storing van het instrumen-
tenpaneel weer. U moet direct
stoppen zonder het overige verkeer in
gevaar te brengen. Zorg dat de auto in-
derdaad goed gestopt is en neem con-
tact op met een merkdealer.
Instrumentenpaneel A: het licht op zodra
het bestuurdersportier wordt geopend.
Het oplichten van sommige controlelampjes
gaat vergezeld van een boodschap.
Waarschuwingslampje ©: Het is
nodig voorzichtig direct naar een merk-
dealer te rijden. Als u dit voorschrift ne-
geert, loopt u het risico dat uw auto be-
schadigd wordt.
Het waarschuwingslampje
® dwingt u, voor uw
veiligheid, direct te stoppen
zonder het verkeer in gevaar
te brengen. Stop de motor en start deze
niet opnieuw. Roep de hulp in van een
merkdealer.
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES (1/6)