Operation Manual

1.68
CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES (5/6)
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
Waarschuwingslampje parkeer-
hulp
Raadpleeg de paragraaf “Parkeerhulp” in
hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje nood-
stopbekrachtiging
Raadpleeg de paragraaf “Hulp- en correctie-
systemen tijdens het rijden” in hoofdstuk 2.
Controlelampe ECO-modus
Dit lampje gaat branden wanneer
de ECO -modus wordt geactiveerd.
Raadpleeg de paragraaf “Zuinig rijden” in
hoofdstuk 2.
A
Φ
Controlelampjes
snelheidsbegrenzer,
snelheidsregelaar en Adaptive Cruise
Control
Raadpleeg de paragrafen
“Snelheidsbegrenzer”, “Snelheidsregelaar”
en “Adaptive cruise control” in hoofdstuk 2.
Controlesysteem bandenspan-
ning
Raadpleeg de paragraaf “Systeem voor
het controleren van de bandenspanning” in
hoofdstuk 2.
ß
Waarschuwingslampje van het
niet dragen van de autogordels
achter
Het licht gedurende ongeveer 30 seconden
op bij het starten van de auto, het openen
van een portier of het vastmaken/losmaken
van een autogordel achter. Raadpleeg de
paragraaf “Autogordels” in hoofdstuk 1.
Waarschuwingslampje motor
op stand-by
Raadpleeg de paragraaf “Stop and Start-
functie” in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje motor
kan niet op stand-by worden
gezet
Raadpleeg de paragraaf “Stop and Start-
functie” in hoofdstuk 2.