Operation Manual

1.87
Inklapbare buitenspiegels
De spiegels klappen automatisch in bij het
vergrendelen van de auto (schakelaar 3 in
stand B).
U kunt altijd het inklappen (schakelaar 3 in
stand C) of het uitklappen (schakelaar 3 in
stand A) van de spiegel regelen.
De automatische werking is dan uitgescha-
keld. Om deze weer in te schakelen, zet u de
schakelaar 3 op B.
SPIEGELS (1/3)
Buitenspiegels
Verstellen
Selecteer de spiegel met behulp van de
schakelaar 2, en verstel hem daarna met de
knop 1 in de gewenste stand.
Verwarmde buitenspiegels
Het ontdooien gebeurt tegelijk met het ver-
warmen van de achterruit.
Raadpleeg de paragraaf “Thermostatische
airconditioning” in Hoofdstuk 3.
De buitenspiegel aan de kant
van de bestuurder kan in twee
delen uitgevoerd zijn. In deel E
ziet u wat u met een normale
spiegel ziet. In deel D heeft u een beter
zicht op de zijkant achter.
Voorwerpen in de spiegel zijn dichter-
bij dan ze lijken.
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.
D
E
A
B
C
1
2
3
Functie welkomst en afscheid
Selecteer in het bedieningsscherm het menu
“Voertuig”, “Gebruikersinstellingen”, “Extern
welkom” en activeer of deactiveer de functie
(ON of OFF).
Afhankelijk van de geselecteerde keuze
worden de spiegels uitgeklapt:
wanneer het contact de volgende keer
wordt aangezet (functie gedeactiveerd);
wanneer de RENAULT-card wordt ge-
detecteerd of de auto wordt ontgrendeld
(functie geactiveerd).