Operation Manual

1.93
Bij een storing
Wanneer de boodschap “Controleer aut_-
verlichting” op het instrumentenpaneel ver-
schijnt, wordt het systeem uitgeschakeld.
Raadpleeg een merkdealer.
VERLICHTING EN SIGNALEN (3/5)
Uitschakelen van de lichten
Er zijn twee mogelijkheden:
handmatig, zet de ring 3 in stand 0;
automatisch, de lichten doven, na het
stoppen van de motor, bij het openen van
het bestuurdersportier of bij het vergren-
delen van de auto. In dat geval schake-
len, bij de volgende keer starten van de
motor, de lichten opnieuw in, overeen-
komstig de stand van de ring 3.
Waarschuwingssignaal
verlichting brandt nog
In het geval dat de lichten zijn ingescha-
keld na het stilzetten van de motor, klinkt er
een signaal bij het openen van het bestuur-
dersportier om u te waarschuwen dat de
lichten nog branden.
Koplampen afstellen
De koplampen worden automatisch afge-
steld aan de hand van de belading van de
auto;
Functie verlichting overdag
De verlichting schakelt automatisch in over-
dag (uitsluitend aan de voorkant) zonder dat
u de schakelaar 1 hoeft te bedienen bij het
starten van de motor en schakelt uit bij het
stoppen van de motor.
Bij een storing
Als de boodschap “Controleer verlichting”
verschijnt in combinatie met het waarschu-
wingslampje © en het waarschuwings-
lampje k knippert op het instrumenten-
paneel, is er een storing in de verlichting.
Raadpleeg een merkdealer.
3
2
1