Operation Manual
1.10
RENAULT CARD: gebruik (3/4)
Gebruik van de card met
afstandsbediening
Ontgrendelen met behulp van de
RENAULT card
Druk op de knop 5.
Het ontgrendelen ziet u aan het één keer op-
lichten van de knipperlichten.
Vergrendelen met behulp van de
RENAULT card
Portier en bagageruimte gesloten, druk op
de knop 6: de auto vergrendelt.
Het vergrendelen ziet u aan het twee keer
oplichten van de knipperlichten.
NB: de maximale afstand waarop de auto
vergrendeld wordt, hangt af van de omge-
ving.
Bijzonderheden
De auto kan niet worden vergrendeld als
een portier (of de achterklep) open of niet
goed gesloten is, in dat geval vergrendelt/
ontgrendelt de auto snel en knipperen de
alarmknipperlichten niet.
5
6
7
Als de motor draait werken de knoppen
van de card niet.
Wanneer de card zich bij een gestarte
motor en na het openen en sluiten van een
deur niet langer binnen de zone 7 bevindt,
waarschuwt de boodschap “Kaart niet ge-
detect.” u dat de card zich niet langer in de
auto bevindt. Dit voorkomt bijvoorbeeld dat
u wegrijdt nadat een passagier is uitgestapt
met de card bij zich.
De waarschuwing verdwijnt zodra de card
weer gedetecteerd is.