Operation Manual
3.17
NB: voor auto’s met een navigatiesysteem
kunt u de ontsteking van de binnenlichten
bij het openen van de deuren of de baga-
geruimte in- of uitschakelen vanaf het be-
dieningsscherm. Raadpleeg de paragraaf
“Menu voor het personaliseren van de instel-
lingen van de auto” in hoofdstuk 1.
Leesspots
Met de schakelaar 1, kunt u kiezen voor:
– een constant brandende verlichting;
– het onmiddellijk uitgaan.
Het ontgrendelen en het openen van de
portieren en de achterklep zorgen voor
het tijdelijk branden van de leeslampjes
en de lichten.
BINNENVERLICHTING
Wanneer de portieren correct gesloten
zijn, doven het binnenlicht en de andere
lichten bij het vergrendelen van de por-
tieren of starten van de motor.
1
1
2
Bagageverlichting
Het lampje 2 gaat branden bij het openen
van de kofferbak.