Operation Manual

NL.17
AUX-AUDIOBRONNEN (1/3)
Uw multimediasysteem heeft twee aux-in-
gangen voor het aansluiten van een externe
audiospeler (MP3-speler, draagbaar audio-
apparaat, USB-stick, telefoon enz.).
De plaats van de ingang wordt aangegeven
in het hoofdstuk “Uitleg van de knoppen”.
Werkingsprincipes
–aansluiting
Er zijn twee typen aansluitingen:
– een USB-aansluiting,
– een plugaansluiting.
Sluit uw draagbare audio-apparaat aan, af-
hankelijk van het type apparaat.
Zodra een USB of plug is aangesloten, her-
kent het systeem automatisch de aux-bron.
NB: de gebruikte USB-stick moet in FAT32-
formaat geformatteerd zijn en moet een
maximale capaciteit van 32Gb hebben.
Selecteren van een aux-bron
In de navigatiemodus of tijdens het luiste-
ren naar de radio, selecteert u uw aux-au-
diobron door op de toets “Start” of “MEDIA”
te drukken.
Het multimediasysteem hervat het afspelen
van de laatst beluisterde audiotrack.
Let op: een verandering van de aux-audio-
bron als het multimediasysteem inactief is,
wordt niet automatisch verwerkt.
1
3
Bij het luis-
teren
Lijst Optie
2
Om van aux-audiobron te veranderen, drukt
u op 1. Er wordt meteen een lijst met be-
schikbare ingangen weergegeven:
USB: USB-stick, MP3-lezer, telefoon (af-
hankelijk van de telefoon) enz.;
iPod®: toestel met ingebouwde iPod®;
BT : apparaten Bluetooth®;
AUX : 3,5 mm plugaansluiting.
Audioformaten
De formaten van de aux-audiobronnen
kunnen MP3 of WMA zijn.
Versneld afspelen
Houd 2 ingedrukt voor het versneld verder of
terug afspelen.
Het afspelen wordt hervat zodra u de toets
loslaat.
Bedien het draagbare audioap-
paraat alleen als de verkeers-
omstandigheden dat toelaten.
Berg het draagbare audioappa-
raat op als u rijdt (risico van vallen als u
plotseling moet remmen).