Operation Manual

6.8
RIJHULPSYSTEMEN (1/3)
Om veiligheidsredenen mogen
deze acties enkel worden ui-
tgevoerd als de auto stilstaat.
Menu
“Boordcomputer”
Klik op het beginscherm op de knop “Menu”,
“Voertuig” en vervolgens op de knop
“Boordcomputer” om naar de volgende
items te gaan:
“Waarschuwing bij verlaten van rijbaan”;
“Hulp bij aanhouden rijbaan”;
– “Instel.rijbaan alarm”;
“Inst. hulp bij aanh. rijbaan”;
“Waarschuwing voor afstand”;
– “Precrash-systeem”;
– “Dodehoekwaarschuwing”;
“Inst. waarschuwing snelheid”;
– “Tractiecontrole”;
– “Automatisch grootlicht”.
“Waarschuwing bij verlaten van rijbaan”
Dit systeem waarschuwt de bestuurder
bij onopzettelijke overschrijding van een
doorgetrokken of onderbroken streep.
Raadpleeg het instructieboekje van uw auto
voor meer informatie.
Selecteer
of “On” om het te active-
ren.
“Hulp bij aanhouden rijbaan”
Dit systeem waarschuwt de bestuurder bij
onopzettelijke overschrijding van een door-
getrokken of onderbroken streep en laat de
stuurinrichting ingrijpen om de rijrichting van
de auto te corrigeren. Raadpleeg het instruc-
tieboekje van uw auto voor meer informatie.
Om dit systeem in te schakelen, selecteer
”.
Boordcomputer
OFF
Boordcomputer
Waarschuwing bij verlaten van
rijbaan
Instel.rijbaan alarm
On
On
On
Auto Expert
Waarschuwing voor afstand
Precrash-systeem
Dodehoekwaarschuwing
Inst. waarschuwing snelheid
Tractiecontrole