Operation Manual

NL.11
Functie
29 Kiezen van de audiobron.
30 Een oproep beantwoorden/beëindigen (telefoonmodus).
31, 37 Het volume van de geluidsweergave van de huidige bron verhogen.
32, 39 Het volume van de geluidsweergave van de huidige bron verlagen.
31+32
Het geluid van de radio uitschakelen en weer inschakelen.
Een audio-track pauzeren en weer afspelen.
33 Veranderen van radiomodus (preset/lijst/frequentie) of een actie bevestigen.
34 zoeken naar radiostations, veranderen van track of van audiomap.
35 Veranderen van audiobron (CD/USB/enz).
36 Radiogolfband veranderen (AM/FM1/FM2/DR1/DR2).
38
Korte druk:
een oproep beantwoorden/beëindigen (telefoonmodus);
het geluid in- of uitschakelen.
40 zoeken naar radiostations, veranderen van track of van audiomap.
UITLEG VAN DE KNOPPEN (7/9)
Bediening bij het stuurwiel
29 30
31
32
3334
35 36
40
37
38
39