Operation Manual
démarrage ................................................ (jusqu’à la fin de l’UD)
démarrage moteur .................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
conduite .................................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
mise en route du moteur........................... (jusqu’à la fin de l’UD)
arrêt du moteur ......................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
2.2
NLD_UD25694_2
Démarrage (X09 - Renault)NLD_NU_913-4_X09_Renault_2
Démarrage, arrêt du moteur
Stand “Accessoires” A
Het contact staat uit en geen van de appara-
ten is in werking.
Stand “Contact aan” M
Het contact staat aan.
Stand D: “Starten”
Starten van de motor
Draai de sleutel tot de stand D en houd hem
in deze stand vast totdat het geluidssignaal
klinkt. Laat de contactsleutel dan los.
Zodra het controlelampje
Ṑ blijft branden,
is uw auto klaar om te rijden.
Stand “Stop, stuurslot en
handremblokkering” St
U zet het stuurslot vrij door het stuur en de
sleutel iets heen en weer te bewegen.
U maakt het stuurslot vast door de sleutel te
verwijderen en het stuur te draaien totdat dit
wordt vergrendeld.
Raadpleeg voor het vrijzetten van de hand-
rem de paragraaf “Handrem” in hoofdstuk 2.
STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Laat uw sleutel nooit, zelfs niet
eventjes, in de auto liggen als
u de auto verlaat en er een kind (of dier)
in de auto zit.
Het kind zou de auto kunnen starten
of elektrische uitrustingen in werking
kunnen stellen.
Gevaar van ernstige verwondingen.
Zet nooit het contact uit voordat de auto
geheel tot stilstand is gekomen. Als de
motor niet meer draait, werken veilig-
heidsvoorzieningen zoals de airbag niet
meer.
De auto kan niet gestart worden als het
laadsnoer aangesloten is en er stroom
door loopt.
Stoppen van de motor
Draai de contactsleutel terug in de stand
“Stuurslot”. Het waarschuwingslampje
Ṑ
gaat uit.