Operation Manual
volant de direction
réglage ................................................ (jusqu’à la fin de l’UD)
direction assistée ...................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
assistance de direction ............................. (jusqu’à la fin de l’UD)
1.51
NLD_UD25861_1
Volant de direction (X10 - Renault)NLD_NU_979-3_X10_Renault_1
Trek aan de hendel 1 en zet het stuurwiel in
de gewenste stand.
Duw daarna de hendel geheel terug en voor-
bij het zware punt om het stuurwiel te blok-
keren.
Controleer of het stuurwiel goed is vergren-
deld.
De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging
past de mate van bekrachtiging automatisch
aan de snelheid waarmee u rijdt aan.
Bij het parkeren is er veel bekrachtiging
(voor meer comfort) en met het toenemen
van de snelheid vermindert de bekrachtiging
(voor een grotere veiligheid bij snel rijden).
Volant de direction/Direction assistée
Voer, om veiligheidsredenen,
deze afstellingen uitsluitend uit
als de auto stilstaat.
Zet nooit de motor af tijdens het
rijden: bij uitgeschakelde motor
is er geen bekrachtiging.
Laat het stuurwiel niet in een uiterste
stand gedraaid staan als de auto stil
staat.
Bij stilstaande motor of bij een storing in
het systeem blijft het mogelijk het stuur-
wiel te draaien. Er moet meer kracht
gezet worden.
Bij het snel draaien van het stuurwiel is
het normaal dat u een geluid hoort.