Operation Manual
démarrage ................................................ (jusqu’à la fin de l’UD)
démarrage moteur .................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
conduite .................................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
mise en route du moteur........................... (jusqu’à la fin de l’UD)
2.2
NLD_UD25880_1
Démarrage (X10 - Renault)NLD_NU_979-3_X10_Renault_2
Jaune Noir Noir texte
Démarrage, arrêt du moteur
Laat uw sleutel nooit, zelfs niet
eventjes, in de auto liggen als
u de auto verlaat en er een kind (of dier)
in de auto zit.
Het kind zou de auto kunnen starten of
de ruiten kunnen bedienen en zich ern-
stig kunnen verwonden aan hals, arm, of
hand als deze uit de auto steken.
Gevaar van ernstige verwondingen.
Zet nooit de motor uit voordat de auto
compleet stilstaat. Door het stilzetten
van de motor is er geen bekrachtiging
meer van: de remmen, stuurinrichting
enz. en zijn de passieve veiligheidsorga-
nen zoals airbags, gordelspanners uit-
geschakeld.
De auto kan alleen gestart worden als
het laadsnoer losgekoppeld is.
De auto kan alleen gestart worden als de
selecteurhendel op staat. Raadpleeg
de paragraaf “Versnellingsschakelaar” in
hoofdstuk 2.
Als u bent ingestapt, steekt u de RENAULT
card zo diep mogelijk in de kaartlezer 2.
– zet de versnellingshendel uitsluitend in
stand
– druk op de knop 1. De melding
brandt op het instrumentenpaneel in
combinatie met een geluidssignaal.
De melding verdwijnt eenmaal de snelheid
boven 5 km/u gaat.
De RENAULT card moet zich in de kaartle-
zer 2 of binnen de detectiezone 3 bevinden.
– zet de versnellingshendel uitsluitend in
stand
– druk op het rempedaal;
– druk op de knop 1. De melding
brandt op het instrumentenpaneel in
combinatie met een geluidssignaal.
De melding verdwijnt eenmaal de snelheid
boven 5 km/u gaat.