User manual

90
j) Afspelen van een externe audiobron
De externe audiobron moet verbonden zijn met de aansluiting AUX IN (5) (zie "Externe audio-apparaten aansluiten").
Druk op de toets PHONO/AUX (20) om de AUX-functie te selecteren (op het display verschijnt "AUX").
Start het afspelen op het aangesloten apparaat.
Het geluid van de externe audiobron wordt afgespeeld via de ingebouwde luidsprekers of de hoofdtelefoon. Er kan
een geschikte versterker worden aangesloten op de hoofdtelefoonuitgang.
k) Cassettedeck gebruiken
Druk op de toets TAPE (23) om het cassettedeck te selecteren. "TAPE" verschijnt.
Schuif een geschikte cassette met de juiste oriëntatie in het cassettevak (7).
De bedieningsknop wordt er bij het inleggen uit gedrukt en de ingelegde cassette
begint automatisch af te spelen.
Druk de bedieningsknop ongeveer halverwege in om de ingelegde cassette snel
vooruit te spoelen.
Druk de bedieningsknop tijdens het vooruit spoelen een beetje in om het vooruit
spoelen af te breken en het afspelen te hervatten.
Wanneer het einde van de band bereikt is, schakelt de auto-stop-functie het afspelen
automatisch uit.
Druk op elk gewenst moment de bedieningsknop helemaal in om te stoppen met
afspelen en de cassette uit te werpen.
Verwijder om beschadigingen te voorkomen de ingelegde cassette na het afspelen
altijd uit het cassettevak.
Als u een cassette wilt terugspoelen, draai deze dan om en spoel deze vooruit. U dient
deze dan weer om te draaien om opnieuw af te spelen.
l) MP3-bestanden afspelen vanaf een USB-geheugenstick
Sluit geen MP3-speler aan op de USB-poort USB (4). De stroomvoorziening van de USB-poort (4)
kan de geplaatste batterijen opladen en dit kan oververhitting of zelfs een explosie van de batterijen
veroorzaken.