User manual

1 Modussymbool

2 Automatische opname

3 Serieopname

4 Beschikbare aantal foto‘s

5 Belichtingscorrectie

6 Witbalans

7 ISO-beeldgevoeligheid

8 Beeldresolutie

9 Beeldkwaliteit

10 Geheugenkaart beschikbaar

11 Laadindicator

d) Weergave

• Selecteer met de toets POWER/MODE (4) de modus voor weergave.

• Selecteer het gewenste bestand met de toetsen ▲(3) resp. ▼(5).

Bij videobestanden verschijnen loopwerksymbolen langs de on-

derste rand van het scherm, bij fotobestanden verschijnen deze

symbolen niet.

• Druk op de opnameknop (1) om het gewenste bestand weer te geven.

1 Modussymbool

2 Bestandsnaam

3 Belichtingscorrectie

4 Beeldresolutie

5 Geheugenkaart beschikbaar

6 Opnamedatum

7 Laadindicator

1 2 3 4

1 2