Instructions

12
Gebruik geen geweld bij het vastdraaien van de betreffende aansluitstukken.
Let erop dat de aanzuigslang geen mechanische belasting op de pomp uitoefent. Bevestig de aanzuigslang
daarom afzonderlijk; dit geldt speciaal als de aanzuigslang erg lang is. De aanzuigslang moet zo kort
mogelijk zijn, voor maximale prestaties bij het oppompen.
Alle onderdelen van de aanzuigzijde moeten dicht zijn, omdat er anders lucht kan worden aangezogen, wat
leidt tot storingen van de pomp of de drukschakelaar.
Vul de aanzuigslang voor het aansluiten op de huiswaterpomp met helder water.
Gebruik een geschikt grof- en jnlter, zodat er geen verontreinigingen in de pomp of het drukreservoir
komen. Dit verhindert bovendien het indringen van vuil in de leidingen van de drukzijde.
Let erop om een knik- en vacuümbestendige aanzuigslang te gebruiken. Zulke slangen beschikken
meestal over een in de mantel aanwezige kunststof- of metalen spiraal. Drukslangen zijn niet geschikt voor
gebruik aan de aanzuigzijde.
De aanzuigslang moet zodanig worden gelegd, dat deze omhooggaat naar de aanzuigopening. Dit
voorkomt dat er luchtbellen ontstaan.
Monteer aan het einde van de aanzuigslang in ieder geval een terugslagklep. Deze vergemakkelijkt en
versnelt niet alleen het aanzuigen bij de eerste inbedrijfstelling van de huiswaterpomp, maar voorkomt ook
dat het water bij normale werking afvloeit als de pomp wordt uitgeschakeld. Dit verkort de aanzuigtijd bij
opnieuw inschakelen.
Plaats het einde van de aanzuigslang zodanig in het water, dat dit zich steeds onder water bevindt en de
huiswaterpomp geen lucht aanzuigt.
Sluit de drukleiding, bijv. naar een tuinsproeisysteem of naar de watervoorziening voor het doorspoelen van
toiletten, aan op de afvoeropening (11) (verwijder eerst de kunststof afdekking uit de afvoeropening).
Gebruik geen geweld bij het vastdraaien van de betreffende aansluitstukken.
Let erop dat de drukleiding geen mechanische belasting op de pomp uitoefent.
Alle onderdelen van de drukleiding (slang, aansluitingen/koppelingen enz.) moeten drukbestendig en dicht
zijn. Ongeschikte slangen kunnen klappen, waardoor er gevaar op letsel bestaat! Uitstromend water kan
bovendien schade en/of letsel veroorzaken!
Let er in ieder geval op dat de pomp niet droogloopt; hij beschikt niet over een droogloopbeveiliging.
Vul de pomp met helder water (≥ 1,5 l.). U treft hiervoor aan de
bovenkant van de pomp een vulopening (1) aan. Open de vulopening
met een geschikte steek- of ringsleutel. Sluit hem na het vullen
zorgvuldig af. De pomp kan ook via de uitvoeropening (11) met water
worden gevuld.
Om de overdracht van trillingen te minimaliseren, moet de
huiswaterpomp via een exibele drukleiding op de pijpleidingen
worden aangesloten.
Steek de netstekker in een stopcontact met randaarde dat volgens de
voorschriften is.
(uitsluitend ter informatie; de afbeelding van de huiswaterpomp kan afwijken)