Instructions

9.6.2 Aanspreekmodus van de relaiscontacten “Aux Out” (6)
Van de fabriek uit worden de relaiscontacten “Aux Out” (6) via het wachtwoord voor de relaiscon-
tacten “Aux Out” (6) aangesproken.
U kunt de relaiscontacten op verschillende manieren aanspreken. Hiertoe biedt het codeslot u
comfortabele mogelijkheden voor het vastleggen van een aanspreekmodus.
Om de gewenste aanspreekmodus vast te leggen, voert u, vanuit de programmeermodus, de
volgende combinatie in:
57 C
C staat in dit geval voor de gewenste modus.
Modi:
C = 0 Geen functie
C = 1 deurbewaking mogelijk (*)
C = 2 maakt het schakelen van de “Aux Out” relaiscontacten mogelijk bij verkeerd invoeren
van het gebruikerswachtwoord of de mastercode
C = 3
maakt het schakelen mogelijk van de “Aux Out” relaiscontacten via de toets “
C = 4 maakt het schakelen mogelijk van de “Aux Out” relaiscontacten via het sabotagecon-
tact
C = 5 maakt een uitgebreide deurbewaking mogelijk (**)
C = 6 maakt het schakelen mogelijk van de “Aux Out” relaiscontacten, van zodra de “Lock
Out” relaiscontacten geschakeld worden
C = 7 maakt het schakelen mogelijk van de “Aux Out” relaiscontacten via het toegekende
wachtwoord
(*) deurbewaking
Werking: Bij invoeren van het gebruikerswachtwoord schakelen de relaiscontacten “Lock Out”
(1). Bij geopend magneetcontact schakelen de relaiscontacten “Aux Out” (6). Als de op de aan-
sluiting “Egress” (4) aangesloten druktoets wordt bediend, schakelen de relaiscontacten “Lock
Out” (1).
(**) uitgebreide deurbewaking
Werking: Bij invoeren van het gebruikerswachtwoord schakelen de relaiscontacten “Lock Out” (1)
en “Aux Out” (6). Bij geopend magneetcontact knippert de LED “groen” (B). Als de op de aan-
sluiting “Egress” (4) aangesloten druktoets wordt bediend, schakelen de relaiscontacten “Lock
Out” (1) en “Aux Out” (6).
62