User manual

64
Kon de juiste spanningsvoerende leiding worden vastgesteld, schakel dan het contact weer uit.
Verbind de rode plusleiding met de kabel voor de stroomtoevoer met de stroomtoevoerleiding (+) van
het achteruitrijdlicht. Let hierbij op een duurzame isolatie van de contactplaats (b.v. met een geïsoleerde
knijpverbinder, isolatieband etc.).
Met een optionele kabelsnijdverbinder kan zeer eenvoudig een zekere verbinding worden ge-
maakt, zonder dat de leiding van het achteruitrijdlicht doorgeknipt moet worden.
Plaats daarvoor de kabelsnijverbinder rond de spanningsleiding van het achteruitrijdlicht, vervol-
gens plaatst u de rode leiding van de kabel voor de stroomtoevoer in de verbinder. Druk nu met
een geschikte tang de contactbrug op de leidingen.
De zwarte leiding van de stroomtoevoerkabel verbindt u met een massapunt (-) van de carrosserie.
Verbind de kleine witte stekker van de aansluitleiding met de bus „PWR“ van de elektronicaeenheid.
Sluit de minpool van de boordaccu opnieuw aan en schakel bij ingeschakeld contact in de achteruit. Het
parkeersysteem schakelt zichzelf automatisch in en is klaar voor gebruik.