Operation Manual
HOOFDSTUK 3.DE COMPUTER GEBRUIKEN
23
Hier volgt een uitleg van de verschillende functies van elke toets.
Fn + Esc: Zet de computer op de stand by modes.
Fn + F1: In/uit schakelen van de draadloze verbinding
Fn + F2: In/uit schakelen van het LCD beeldscherm.
Fn + F3: Demp.
Fn + F4: In/uit schakelen van het touch paneel.
Fn + F5: Schakelt door naar andere verbonden display apparaten.
Fn + F6: Verminderen van de display felheid.
Fn + F7: Vermeerderen van de display felheid.
Fn + F8: Verminderen van het coputer volume.
Fn + F9: Vermeerderen van het computer volume.
Fn + F10: In/uit schakelen van het LCD scherm.
Fn + Insert/NmLk: In/uit schakelen van de numerieke toetsen.
Fn +Delete/ScrLk: In/uit schakelen van het Scroll Slot.
Gebruik van het Touch Paneel
Het touch panel bestaat uit een paneel en twee klik knoppen aan de onderkant van het
toetsenbord. Om de cursor te bewegen op het scherm. , schuif uw vingertop over het
paneel in de richting waar u de cusror naartoe wilt bewegen. De fucnties van de linker en
de rechter klik knoppen zijn vergelijkbaar met de links en rechts knoppen van een muis. Het
glijden van de vinger over dit gebied stelt u in staat om te slepen en om hoog/omlaag te