Operation Manual

Gebruikersinstellingen (Systeeminstellingen)
34
3
Timer instellingen
Automatische timer
Nadat er een bepaalde tijd is verstreken na de laatst voltooide opdracht,
wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. Deze
functie heet “Automatisch uit”.
De status van het apparaat na de bewerking Automatisch uit wordt “Uit-
stand ofSlaapstand genoemd. Geef voor de Automatische timer de tijd op
voordat de modus Automatisch uit wordt geactiveerd.
Opmerking
Standaardinstelling: 1 min.
Met behulp van de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 1 seconde en 240 mi-
nuten opgeven.
Vanuit de “Uit-stand” of de “Slaapstand” is het apparaat binnen 10 secon-
den gebruiksklaar.
Automatisch uit werkt wellicht niet wanneer foutberichten worden weer-
gegeven.
Timer Energiespaarstand
Het apparaat schakelt automatisch in de Energiespaarstand nadat een op-
dracht voltooid is en de ingestelde tijd verstreken is.
Opmerking
Standaardinstelling: 1 min.
Met behulp van de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 1 seconden en
240 minuten opgeven.
De Energiespaarstand werkt wellicht niet wanneer foutberichten worden
weergegeven.
Het apparaat drukt automatisch printergegevens af die het ontvangt ter-
wijl het in Energiespaarstand staat.
Automatische reset systeem
Wanneer er geen bewerkingen worden uitgevoerd, of wanneer een onderbro-
ken taak is gewist, schakelt de systeemresetinstelling automatisch over op het
scherm van de functie die is ingesteld in Functieprioriteit. Met deze instelling
bepaalt u het interval voor de systeemreset. Zie Pag.30 “Functieprioriteit”.
Opmerking
Standaard: Aan 60seconden
U kunt met behulp van de cijfertoetsen een tijd opgeven tussen 10 en
999 seconden in stappen van 1 seconde.
Als de ingestelde tijd is verstreken, keert het bedieningspaneel terug naar
het menu dat werd weergegeven voordat u op de toets {Gebruikersinstellin-
gen/Teller} drukte.