Operation Manual

Gebruikerscode
41
3
F Selecteer [Per gebruikerscode] of
[Alle gebruikerscodes] met behulp
van {U} of {T} en druk vervol-
gens op de toets {OK}.
Wanneer u [Alle gebruikerscodes]
selecteert, verschijnt er een beves-
tigingsbericht. Druk op [Ja] en ga
voort met stap
I
.
G Typ met de cijfertoetsen de gere-
gistreerde gebruikerscode die u
wilt verwijderen en druk vervol-
gens op de toets {OK} of {#}.
Opmerking
Wanneer u de gebruikerscode
in de gebruikerscodelijst selec-
teert, druk dan op [Lijst]. Selec-
teer met behulp van {V} de
gebruikerscode die u wilt ver-
wijderen en druk vervolgens op
de toets {OK}.
Er verschijnt een bevestigingsbe-
richt.
H Druk op [Ja].
Het bericht dat “Verwijderd.” is,
verschijnt en daarna keert de “Ge-
bruikerscode” terug op het dis-
play.
I Druk op de toets {Gebruikersinstel-
lingen/Teller}.
De teller weergeven voor elke
gebruikerscode
U kunt de teller controleren voor elke
gebruikerscode.
A Druk op de toets {Gebruikersinstel-
lingen/Teller}.
B Selecteer [Systeeminstellingen] met
behulp van {U} of {T} en druk
vervolgens op de toets {OK}.
C Selecteer [Key Operator Toepas.] met
behulp van {U} of {T} en druk
vervolgens op de toets {OK}.
D Selecteer [Teller per gebruikerscode]
met behulp van {U} of {T} en
druk vervolgens op de toets {OK}.
E Selecteer [Weergeven] met behulp
van {U} of {T} en druk vervol-
gens op de toets {OK}.
Voor elke gebruikerscode wordt
de teller weergegeven.
F Druk op de toets {Gebruikersinstel-
lingen/Teller}.