Operation Manual

Beveiliging
56
6
Bedrijfsomgeving en aantekeningen
Beveiliging voor dit apparaat is gegarandeerd, op voorwaarde dat het apparaat
onder de volgende condities wordt gebruikt:
Bedrijfsomgeving
De toestand van het apparaat is normaal. (Het is bijvoorbeeld niet bescha-
digd, aangepast en er ontbreken geen onderdelen.)
Wanneer het apparaat is aangesloten op een netwerk is het apparaat bevei-
ligd tegen onbevoegde toegang waaronder onbevoegd “packet sniffing” (het
bekijken van de gegevenspakketten die via het netwerk worden verstuurd).
Het apparaat wordt beheerd door een beheerder met grondige kennis van het
apparaat en die in staat is de juiste omstandigheden te creëren waaronder ge-
bruikers het apparaat veilig kunnen gebruiken.
Voor de beheerder
Dit apparaat beschermt niet tegen illegale handelingen vanuit het netwerk.
Om eventuele risico’s vanuit het netwerk te vermijden, is extra beveiliging
noodzakelijk.
Beveiliging van het apparaat kan niet worden gegarandeerd als een willekeu-
rig hardwareonderdeel wordt losgemaakt of vervangen door een ongeschikt
onderdeel. Als deze zaken kunnen optreden, zijn andere beveiligingsmaatre-
gelen noodzakelijk.
Voorkom het gebruik van één enkel cijfer of een opeenvolgende reeks cijfers
voor een Key Operator Code, zoals bijv. “00000000” of “12345678”. Omdat
deze nummers gemakkelijk te raden zijn, biedt het gebruik ervan niet de juis-
te mate van beveiliging.
Documentbeheer op afstand met behulp van de SmartDeviceMonitor for Ad-
min is niet beschikbaar wanneer de functie Uitgebreide beveiliging is inge-
schakeld.
Gebruikerscode is een functie die bedoeld is om het gebruik van het apparaat
te ondersteunen. Het is niet bedoeld om vertrouwelijke documenten tegen
anderen te beveiligen.
Voor de gebruiker
Voordat u originelen met behulp van de scannerfunctie gaat scannen, dient u
ervoor te zorgen dat alle andere bewerkingen voltooid zijn.