Operation Manual
1
57
Diverse opnamefuncties
Opmerking ---------------------------------------------------------------------------------------------------
• De scherpstellingssnelheid van de autofocus kan worden geselecteerd. U kunt kiezen tussen
[Normaal] en [Snel] bij [AF-stand] in het menu [Instelling]. Indien u [Snel] selecteert, wordt
de scherpstellingssnelheid van de autofocus snel. De beeldweergave wordt tijdens het uitvoeren van
autofocus echter uitgeschakeld. [Snel] is niet beschikbaar in de volgende gevallen.
• Wanneer de scherpstelling is ingesteld op [Onderw. Volgen]
• Tijdens continu AF
• Wanneer het doel wordt verplaatst
• In het menu [Belangrijke opties] kan [Focus] voor gebruik worden toegewezen aan de ADJ.-
schakelaar en de knoppen Fn1, Fn2 en Effect. (p.120, p.122)
[Focus] is toegewezen aan [ADJ.-schakelaar instelling 4] als de standaardinstelling.
Wanneer de volgende functies zijn toegewezen aan de knoppen Fn1, Fn2 en Effect, kan alleen met
de knoppen worden gewisseld van scherpstellingsmethode.
• AF meerv./punt
• AF meerv./pinpoint
• AF/MF
• AF/Snap
• AF/Ond. volgen
Pas op ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
• Bij [Onderw. Volgen] zijn de volgende functies niet beschikbaar.
• Zelfontspanner [Aangepaste zelfontspanner]
• Intervalopname
• Intervalcompositie
• FA/doel verplaatsen










