Operation Manual
1
58
Diverse opnamefuncties
Handmatig scherp stellen (Handmatige scherpstelling)
Indien de camera niet in staat is om automatisch scherp te stellen, kunt u
automatisch scherp stellen.
Met handmatige scherpstelling kunnen op een vaste afstand opnamen
worden gemaakt.
1 Selecteer [MF] bij [Focus] in het menu [Foto's nemen].
Op het opnamescherm verschijnen het symbool en de scherpstellingsbalk.
In de modus P, Av, TAv en M, en bij gebruik van intervalcompositie verschijnt
een geschatte indicatie van de scherptediepte.
2 Druk op !.
$ verschijnt op de scherpstellingsbalk.
3 Gebruik de op/neer-kiezer om scherp
te stellen.
De scherpstelling vast instellen op de ingestelde afstand (Snap)
1 Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie
[Snapfocusafstand] en druk vervolgens op $.
2 Druk op !" om een afstand te selecteren en druk vervolgens
op #.
U kunt de volgende afstanden kiezen: [1m], [1.5m], [2m], [2.5m], [5m] en [∞].
3 Selecteer [Snap] bij [Focus] in het menu [Foto's nemen].
De camera stelt scherp op de ingestelde afstand.
Draai aan de op/neer-kiezer terwijl u op ! drukt als u de afstand wilt wijzigen.
Opmerking ---------------------------------------------------------------------------------------------------
• In het menu [Belangrijke opties] kan [Snapfocusafst.] voor gebruik worden toegewezen aan de ADJ.-
schakelaar en de knoppen Fn1, Fn2 en Effect. (p.120, p.122)










