Operation Manual

1
80
Diverse opnamefuncties
2 Druk op F ($).
Het scherm met instellingen voor de
flitsmodus verschijnt.
3 Druk op #$ als u een andere
flitsmodus wilt kiezen.
Het symbool wordt getoond op
het opnamescherm.
Opmerking ---------------------------------------------------------------------------------------------------
• Indien de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [Auto], dan heeft het licht vanaf de flitser een bereik
tussen circa 20 cm en 3 meter vanaf de voorste rand van de lens.
• De flitser produceert eerst een voorflits om de nauwkeurigheid van AE te vergroten. De voorflits gaat
niet af wanneer de flitsmodus ingesteld is op [Handmatige flits].
• De flitsintensiteit kan worden gewijzigd bij [Flitsbelichtingscompensatie] in het menu [Foto’s
nemen]. (p.81)
• Voor de externe flitser, zie p.167.
Pas op ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
• De flitsmodus kan niet worden gewijzigd wanneer de flitserklep gesloten is.
• De flitser gaat niet af in de volgende gevallen.
• In continue modus
• Tijdens auto groepering
• Tijdens intervalcompositie
• In de modus 3
• Klap de flitser niet uit als u gebruikmaakt van een externe flitser, conversielens, of kap.