Operation Manual

Richting van de
papierkorrel
Handinvoer
Selecteer [Dik papier] als het papiertype voor de handinvoer in [Instell. papierlade].
Als dik papier wordt geplaatst zoals eerder is beschreven, kan het zijn dat - afhankelijk van het
type papier - de normale bewerkingen niet kunnen worden uitgevoerd en dat de afdrukkwaliteit
niet goed is.
Afdrukken kunnen opvallende verticale vouwen vertonen.
Afdrukken kunnen duidelijk zijn omgekruld. Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of
omgekruld.
Enveloppen
In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over enveloppen.
Gebruik geen vensterenveloppen.
Waaier de enveloppen uit voor u ze plaatst. Doet u dit niet, dan kunnen de enveloppen aan elkaar
blijven kleven vanwege de lijm. Als uitwaaieren niet voorkomt dat ze aan elkaar gaan plakken, leg
ze er dan één voor één in. Let er echter op dat sommige enveloptypes niet kunnen worden gebruikt
in combinatie met dit apparaat.
Foute invoer kan gebeuren, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen.
Als u enveloppen
plaatst, moeten de flappen volledig open zijn. Anders kunnen ze misschien
vastlopen.
Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om lucht eruit te laten en de vier randen
glad te maken. Strijk de voorste randen (de randen die het apparaat ingaan) van de enveloppen
met een potlood of liniaal glad voordat u de enveloppen plaatst.
Aanbevolen papierformaten en -typen
139