Operation Manual

Functies in een programma registreren
Het aantal programma's dat kan worden geregistreerd, is afhankelijk per functie.
Kopieermachine: 25 programma's
Documentserver: 25 programma's
Fax: 100 programma's
Scanner: 25 programma's
De volgende instellingen kunnen in programma's worden geregistreerd:
Kopieerapparaat:
Belichting, papierlade, Orig. (Instellingen voor originelen), Autom. verkl./vergr., Verk/verg
(Verkleinen/vergroten), Overige functies (Overige functies) (met uitzondering van
Gebruikersnaam, Bestandsnaam en Wachtwoord in Bestand opslaan), aantal kopieën
Documentserver (op het afdrukscherm van het eerste document):
2-zijdig: Boven/boven, 2-zijdig: Boven/onder, Overige functies (Overige functies), aantal
afdrukken
Fax:
Overdrachtstype, geheugenverzending/directe verzending, Selecteer bestemming uit adresboek
(met uitzondering van mapbestemmingen), Handm. inv., TX status rap, Verzendinstellingen (met
uitzondering van Naam afzender, Onderwerp) en Gebruikersnaam, Bestandsnaam en
Wachtwoord in Bestand opslaan)
Scanner:
Origineel, Verzendinstellingen (met uitzondering van Beveil.inst. in Bestandstype, Bestandsnaam,
Naam afzender, Gebruikersnaam, Bestandsnaam en Wachtwoord in Bestand opslaan)
Dit gedeelte beschrijft hoe u functies in een programma registreert met de functie kopieermachine als
voorbeeld.
1. Druk op de toets [Home] linksboven op het bedieningspaneel en druk op het pictogram
[Kopieermachine] in het [Home]-scherm.
CMR612
Functies in een programma registreren
41